Vrije keuze onder netwerkapparatuur is een feit

Aan de publicatie van de nieuwe beleidsregel - 'Handhaving Besluit Eindapparaten' - ging jarenlang getouwtrek vooraf over het zogenaamde netwerkaansluitpunt. Nu heeft de Nederlandse Autoriteit Consument en Markt (ACM) alle twijfels weggenomen: het netwerk van de provider eindigt bij het stopcontact aan de muur, ongeacht het type aansluiting. Dit betekent dat internetgebruikers in de toekomst hun eigen modems, routers en andere telecom-apparatuur kunnen kiezen voor zowel DSL-, kabel- en glasvezelverbindingen. De verordening treedt in werking na een overgangsperiode van zes maanden.

Door: gastauteur Jan Buis, Vice President Business Development bij LANCOM Systems

Beleidsregel zorgt voor mijlpaal

Dankzij de nu gepubliceerde beleidsregel door de ACM krijgen internetgebruikers aanzienlijk meer rechten. Of het nu gaat om een modem, een router, een telefoonsysteem of een alarmsysteem: voortaan kunnen zowel particulieren als bedrijven vrij kiezen welke apparaten zij rechtstreeks met hun breedbandaansluiting verbinden. Zij hoeven niet langer gebruik te maken van apparaten die door de provider worden meegeleverd.

Dit is een echte mijlpaal en zorgt voor meer innovatie en een veiliger internetaansluiting. Voor het eerst kunnen internetgebruikers bewust investeren in eindapparatuur met een breder scala aan functies, aanzienlijk betere cyberbeveiliging en gegarandeerde updates. Dit plaatst hen op gelijke voet met veel andere burgers en bedrijven in de EU. Zij kunnen nu al vrij kiezen uit een breed en innovatief aanbod van merken en modellen, en voor de fabrikant die zij vertrouwen.

Met zelfgekozen netwerkapparatuur heeft men controle over de eigen infrastructuur. Dit schept ook duidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor de naleving van de eisen op het gebied van gegevensbescherming. Dit onderwerp is met name belangrijk wanneer zeer gevoelige gegevens worden verwerkt, zoals in de gezondheidssector. Deze regeling maakt ook de consequente uitvoering van een strikt, uniform veiligheidsbeleid mogelijk. Daarnaast maakt het innovatieve technologieën toegankelijker, zoals SD-WAN, dat in het bedrijfsleven steeds vaker een vervanger is voor klassieke verbindingen en wereldwijd in opkomst is.

Ten slotte is de nieuwe verordening een stap in de goede richting naar meer digitale soevereiniteit. In veel gevallen zijn apparaten van Europese fabrikanten gevrijwaard van ‘achterdeurtjes’ en voldoen ze aan de regelgeving omtrent gegevensbescherming. Hiermee onderscheiden zij zich duidelijk van de veelal Aziatische massaproducten die tot nu toe moesten worden gebruikt.

Laten we hopen dat de providers de nieuwe verordening snel ten uitvoer leggen in het belang van hun klanten.