Review: iPad mini Retina (2013)
Maar toch hielden we een vieze nasmaak aan de eerste iPad mini over. Het was namelijk niet alleen een kleinere iPad, maar ook een mindere. Het beeldscherm was inferieur aan zijn grote broer, die dat jaar wel een update naar 'Retina' werd gegund. Niet alleen de resolutie was een schamele 1024 x 768, ook contrast en kleurweergave waren beduidend minder. En niet onbelangrijk: de processor, een Apple A5, was niet op hetzelfde niveau. Oke, die mindere specificaties zorgden wel voor een lagere prijs, voor 289 euro had je met de eeste iPad mini een kleiner, goedkoper, maar dus helaas ook minder presterend alternatief voor de normale iPad. De iPad mini was simpelweg geen high-end product en liefhebbers van draagbare tablets moesten een pijnlijke keuze maken.
Beeldscherm: mijlen vooruit
Nu zijn de kaarten opnieuw geschud. Het Retina-beeldscherm van de iPad mini is zelfs in theorie scherper dan die van de 10-inchvariant: Ga maar na, het heeft dezelfde hoeveelheid beeldpunten, maar dan op een kleiner schermoppervlak. Dat is in de praktijk overigens niet tot nauwelijks te zien; ook het beeldscherm van de grote iPad is als dusdanig scherp dat je individuele pixels toch niet ziet. In de praktijk is het op dit gebied in ieder geval smullen geblazen. Vooral teksten ogen zichtbaar scherper dan op het oude model, en ook contrast en kleurweergave zijn van een hoog niveau. Metingen geven aan dat op dat laatste vlak de grotere iPad toch nog een streepje voor heeft. Ook kan het beeldscherm niet tippen aan dat van de nieuwe Nexus 7, die kleuren nog exacter weergeeft en bovendien over een nog hogere resolutie beschikt. Toch is het display nog altijd beter dan negentig procent van de concurrentie. Overigens zorgde dit beeldscherm nog voor de nodige release-problemen. Het paneel, afkomstig van Sharp, maakt gebruik van de energiezuinige igzo-technologie. Die technologie is mooi en veelbelovend, maar deze panelen vertoonden in de prototypen van de iPad mini inbrandproblemen. Niet dat dat met het bloge oog te zien was, maar voor Apple genoeg redenen om het beeldscherm af te keuren. Daardoor kon het kleine broertje pas enkele weken na de release van de iPad Air richting de winkels, nadat dit probleem verholpen was. Voor alle duidelijkheid: de nu wereldwijd uitgebrachte iPad mini heeft hier dus geen last van.
Uiterlijk: minieme verschillen
De iPad mini Retina mag dan nog mobieler zijn dan de Air, het is wel iets groter en zwaarder dan zijn voorganger. Dat zit 'em echter in de details, het apparaat weegt met 331 iets meer dan de 308 gram van zijn voorganger. Dat geldt althans voor het wifi-model, de 3g-variant weegt 341 gram tegenover 331 van de eerste iPad mini met 3g. Dat verschil zal niet iedereen opmerken en is waarschijnlijk te verklaren door de zwaardere batterij. Ook de dikte verschil minimaal: de iPad mini retina is 7.5mm dik, de vorige 7.2mm. Uiterst kleine verschillen dus, die eigenlijk te verwaarlozen zijn. Ook het design is zo goed als intact gebleven. Nog altijd voelt de behuizing kwalitatief erg goed en heb je niet alleen op papier, maar ook voor je gevoel een high-end-tablet in je handen.
Toch heeft het ook last van dezelfde designfoutjes als de iPad Air. Zo zijn de beide speakers aan de onderzijde van de tablet geplaatst. Een film kijken in horizontale modus geeft niet alleen de voor de iPad bekende zwarte balkjes (4:3-formaat), maar ook een vreemd stereobeeld, als daar überhaupt nog van 'stereo' kan spreken. Daarnaast is ook deze iPad niet voorzien van de biometrische scanner die de iPhone 5S wel heeft.
Prestaties
De nieuwe iPad mini heeft niet alleen het zo gewilde upgrade naar 2048 x 1536 beeldpunten, maar ook precies dezelfde processor als de grotere iPad: de Apple A7. Deze processor heeft niet alleen een verbeterde architectuur, maar kan ook overweg met 64-bits instructies. En daar kunnen apps weer van profiteren, mits ze door de ontwikkelaar hierop zijn voorbereid. Dat is nu nog voor heel weinig apps het geval, hopelijk komt daar in de nabije toekomst verandering in. Met de iPad, iPad Mini en iPhone 5S is er in ieder geval een breed draagvlak ontstaan voor ontwikkelaars om wat dit betreft de mouwen op te stropen. Ook kan iOS door de ondersteuning van 64 bit overweg met meer dan 3 GB intern geheugen, maar dat is hier niet relevant: de iPad mini blijft met 512 MB nog ver onder die grens. In de praktijk is de iPad mini net als zijn grotere broer in ieder geval heerlijk snel. Webpagina's staan binnen no-time op het beeldscherm en apps openen en sluiten in een oogwenk. Zijn animaties van iOS 7 op de oude iPad mini soms wat stroperig, dit nieuwe model heeft daar ondanks de grotere hoeveelheid pixels die aangestuurd wordt absoluut geen last van.
Wifi: geen ac, wel kwaliteit
Apple heeft ook duidelijk niet beknibbeld op de wifi-adapter. Oké, we hadden liever een ac-variant gezien, maar het gebruikte model is absoluut een van de betere die je in een tablet zult tegenkomen. In tegenstelling tot zijn voorganger ondersteunt deze mimo-technologie, wat voor een merkbaar betere verbinding zorgt. Ook kun je gebruikmaken van zowel de 2,4 GHz- als de doorgaans rustigere 5 GHz-band. Tijdens de testperiode hadden we niet één keer last van een haperende of wegvallende wifi-verbinding.
Accu: dezelfde werkduur als de iPad Air
De iPad mini mag dan een 'powerhouse' zijn, er is op veel fronten goed nagedacht over accugebruik. Het beeldscherm heeft een energiezuinig paneel en ook de A7-cpu is geen stroomveelvraat. Daardoor haalt ook dit model nette scores als het de batterij aangaat. De door Apple beloofde tien uur achtereen haalt de tablet met gemak, en meestal kun je bij normaal gebruik tot zo'n drie dagen zonder netvoeding. Natuurlijk hangt dat wel af van de helderheidsinstellingen van je beeldscherm, maar geloof me: je zult de tablet niet vaak op de volle helderheidsstand gebruiken. Mits je in de volle zon zit is dat echt 'too much' en veroorzaakt eerder hoofdpijn dan kijkgemak.
Opslagcapaciteit: dure upgrades
De opslagcapaciteit van het instapmodel, wat veruit de populairste mini zal worden, bedraagt 16 GB. En hoewel dat nog altijd marktconform is, begint dit langzaam maar zeker wat karig te worden. Voor 379 euro verwacht je een tablet waarmee je voorlopig vooruit kunt, maar dat is met 16 GB nog maar de vraag. Voor zakelijke gebruikers moet het echter ruim voldoende zijn, het is vooral voor film- en muziekliefhebbers passen en meten. Zij kunnen wellicht beter gaan voor de variant met 32, 64 of zelfs 128 GB opslagruimte. Er is echter één maar: de iPad mini stijgt vanaf het basismodel snel en onevenredig in prijs. Voor iedere verdubbeling betaal je 90 euro extra, waarmee het model met de grootste opslagcapaciteit zomaar op 659 euro uitkomt. Voor zakelijk gebruik is het in veel gevallen verstandiger om te kiezen voor een mobiel breedband-update. Ook die meerwaarde is allesbehalve mals: het bedrag van iPad mini met breedband en 16 GB opslagruimte kost 509 euro. Ook hier geldt: voor iedere verdubbeling van de opslagcapaciteit moet je dat bedrag met 90 euro verhogen. De meest luxe uitvoering, degene die wij getest hebben overigens, komt daarmee uit op een wel erg stevige 779 euro. Het is een keuze die je absoluut in het begin zult moeten maken, want tussentijds upgraden is met zoals iedere andere tablet niet mogelijk.
iOS
De iPad Mini Retina draait uiteraard op iOS, in dit geval versie 7. En hoewel we gecharmeerd zijn van de verbeteringen en vernieuwingen voelt het systeem nog altijd niet als een tablet-os. Feitelijk is het dat ook niet, het is zowel technisch als visueel gelijk aan wat er op de iPhone draait. Daardoor voelt het werken met het systeem toch als werken op een uitvergrote telefoon. Gelukkig maakt de ruime selectie aan speciaal voor tablets geoptimaliseerde apps hier een hoop goed. Overigens geldt dit natuurlijk niet alleen voor deze tablet, maar voor alle iPads die er tot nu toe zijn verschenen. In die zin is ook deze mini Retina een echte iPad in de klassieke zin van het woord, met alle 'quirks' van dien: een externe geheugenkaart sluit je nog altijd niet zomaar aan en een usb-stick is zonder speciale accessoire vrij nutteloos. Nog altijd kun je iOS niet lekker naar je eigen hand zetten en voor veel handelingen ben je afhankelijk van (synchronisatie met) iTunes. Dat laatste klinkt als een 'nadeel op papier', maar iets eenvoudigs (en voor de hand liggends!) als het bekijken van een op je pc of Mac gedownload filmbestand vereist nogal wat handelingen en de conversie naar een door Apple ondersteund formaat werkt bovendien lang niet altijd vlekkeloos. Wie zich daar niet prettig bij voelt, kan wellicht beter gaan voor een Android-alternatief.
Keuzes
De vraag is natuurlijk of de iPad mini Retina meer waar voor zijn geld biedt dan het voor de hand liggende alternatief: de iPad Air. Deze laatstgenoemde is 90 euro meer en biedt precies dezelfde specificaties. Je krijgt voor die meerprijs dus alleen meer schermgrootte, en dat kan een duidelijke meerwaarde voor je zijn. Want dat iets grotere scherm zorgt er wel voor dat je net wat meer 'opgaat' in de content. Een film kijkt net wat prettiger, surfen is net wat meer 'immersive' dan op de mini. Maar deze uitvoering is wel draagbaarder en voordeliger. Een lastige keuze dus, die iedereen die in de markt is voor een nieuwe iPad zal moeten maken.