Privéserver voor een prikkie: de NAS

Een afkorting voor Network Attached Storage; een soort van mini-server.  Hoe vind je de juiste?  

De NAS is eigenlijk een veredelde harde schijf, waar ook een netwerktoepassing is ingebouwd. Hierdoor kun je makkelijk meerdere apparaten aansluiten op een NAS, waardoor je hem als een mini-server kunt gebruiken. Dit kan zowel door middel van een standaard netwerkkabel als draadloos via een router. Een NAS draait meestal op een eigen, simpele OS, die vaak is gebaseerd op Linux. Hierdoor kan de NAS ook zelfstandig taken uitvoeren, zoals het downloaden van bestanden, of het creëren van een back-up. Dit maakt een NAS tot de ideale vervanger van een normale server. Het grote voordeel is dat je een NAS koopt als een lege kast met slots (ook wel bays genoemd). Je kunt vervolgens zelf bepalen hoeveel harde schijven je daarin stopt. De meest gangbare modellen hebben ruimte voor 1, 2 of 4 stuks. Heb je gekozen voor een model met twee schijven, dan kun je jouw NAS zo instellen dat hij automatisch een back-up maakt van de bestanden uit schijf 1 op schijf 2.

Grootte

Bij het kiezen van de juiste harde schijf zijn twee punten belangrijk. Het eerste is de grootte van de schijf. Als eerste is tegenwoordig bijna alles mogelijk tot enkele terabytes aan toe. Probeer een inschatting te maken van de hoeveelheid data die je nodig hebt en doe vooral niet te zuinig. Koop hem op de groei.

LEES OOK: Review: het bestaansrecht van de DS2419+

HDD of SSD

Het tweede punt is waarschijnlijk nog belangrijker. Je kunt namelijk kiezen tussen een HDD-schijf en een SSD-schijf. Zoals je wellicht weet zijn SSD’s elektronisch en werken ze vele malen sneller dan de mechanische HDD-schijven. Wel is de aanschafprijs een stuk hoger. Zeker als het gaat om harde schijven met veel volume. Wil je jouw NAS ook gebruiken voor back-up, dan kun je er eventueel voor kiezen om een SSD te gebruiken als ‘normale’ harde schijf en een HDD voor de back-up. Mocht je systeem crashen, dan wissel je de schijven gewoon om en werkt alles weer, zij het een stuk langzamer.

Virtualisatie

Een andere optie om je NAS optimaal te gebruiken is door middel van virtualisatie. In een normale situatie gebruik je slechts een deel van de beschikbare schijfruimte. En dat is eigenlijk zonde. Met virtualisatie creëer je een virtuele laag tussen je computer en je NAS. Hiermee is het mogelijk om je server op te delen in verschillende stukken. Hiermee verdeel je als het ware de opslagruimte en de rekenkracht, waardoor je die beter kunt verspreiden over meerdere processen. Het maakt het ook mogelijk om disaster recovery toe te passen. Een methode waarbij je na een crash kunt doorwerken alsof er niets aan de hand is, terwijl de NAS op de achtergrond alle bestanden herstelt.

Aansluitingen

Op een NAS vind je altijd een netwerkaansluiting terug zodat je bekabeld internetverkeer hebt. De mogelijkheid van draadloos via wifi is op dit moment in opkomst. Andere aansluitingen die een netwerkharddisk kunnen bevatten zijn usb, firewire en eSATA. Een usb-aansluiting gebruik je voor het aansluiten van usb-opslag, zodat je een back-up kunt maken. Of andersom: om gegevens van een usb-apparaat op je NAS te zetten. Met firewire kun je hetzelfde doen, waarbij het voordeel is dat dat sneller gaat dan via usb. Een eSATA-aansluiting is bedoeld voor het extern aansluiten van SATA-schrijven, zoals bijvoorbeeld een externe harde schijf. De snelheid is daarbij beduidend hoger dan bij usb of firewire.

NAS

Een NAS-systeem dat op het netwerk aangesloten is, kan geraadpleegd worden door elke machine op datzelfde netwerk. Een NAS-systeem vereenvoudigt zo het delen van informatie, vooral tussen verschillende besturingssystemen. Het vergroten van de opslagcapaciteit is meestal eenvoudig: een nieuwe (en/ of grotere) harde schijf kopen of NAS-systemen aan elkaar koppelen. De besturingssystemen van (professionele) NAS-appliances zijn ontwikkeld voor dataopslag. Hierdoor zijn de prestaties ten opzichte van bijvoorbeeld een traditionele Windows-fileserver aanzienlijk hoger (of kan de server toe met minder geheugen en/of rekenkracht). Mede hierdoor is het energieverbruik meestal lager dan dat van een gewone server.