Onderzoek DDMA: Nederlander maakt zich druk om privacy
Uit de Privacy Monitor 2018 van de DDMA blijkt dat Nederlanders zich zorgen maken om de privacy, maar tegenstrijdig handelen. Vertrouwen, transparantie en controle zijn belangrijk voor de relatie met het bedrijfsleven.
De Privacy Monitor is het tweejaarlijkse onderzoek van de DDMA (Datadriven Markting Association) naar de houding van de Nederlandse consument met betrekking tot persoonlijke gegevens en privacy. De belangrijkste conclusie uit het rapport is dat de onze data-economie verre van duurzaam is.
De tweede editie van de Privacy Monitor is uitgevoerd in 10 landen: Australië, Argentinië, Canada, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Singapore, Nederland, Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. In november 2017 heeft Foresight Factory 1047 Nederlanders ondervraagd over hun visie op privacy.
Uitkomsten van het onderzoek
Uit de Privacy Monitor 2018 van de DDMA komen onder meer de volgende zaken naar voren.
-
65% maakt zich zorgen en 78% zegt meer controle te willen
De Privacy Monitor toont dat voor 65% van de Nederlanders online privacy een groot punt van zorg is. 78% zegt ook meer controle te willen hebben over de persoonsgegevens die zij met bedrijven delen en hoe deze bewaard worden. Internationaal perspectief: Nederland is het minst bezorgd, de meest bezorgden bevinden zich in de VS (80%) en Spanje (79%) als het om online privacy gaat.
-
Volgens 80% profiteert bedrijfsleven meer van de gegevensuitruil
De Nederlander is ontevreden over de meerwaarde van de informatie uitruil. 80% vindt dat het bedrijfsleven meer profiteert van de ruil en 57% is ontevreden over wat zij aan diensten terugkrijgen. Wel is meer dan de helft van Nederlanders (53%) bewust dat zij in een data-economie leven waarbij het online delen van persoonlijke informatie een onderdeel is.
-
Vertrouwen en transparantie cruciaal voor toekomst relatie bedrijfsleven en consument
Voor het slagen van de data-economie is het van belang dat de relatie tussen bedrijfsleven en consument verstevigd wordt. Vertrouwen en transparantie zijn essentiële factoren voor consumenten in de overweging om gegevens met bedrijven te delen. Gevraagd naar een top drie van belangrijkste factoren om persoonlijke gegevens te delen geeft 51% aan dat het vertrouwen in een organisatie het belangrijkste is. 79% vindt het belangrijk dat organisaties transparant zijn over de manier waarop hun gegevens worden verzameld en gebruikt.
-
Opkomst van de Pragmaticus - relatief bezorgd, maar wel bereid gegevens uit te wisselen
Het onderzoek maakt onderscheid tussen drie typen consumenten, de Scepticus, Pragmaticus en Onbezorgde. In Nederland is de groep Pragmatici (39%) met 5 procentpunt gegroeid ten koste van de Sceptici en de Onbezorgden. Vergeleken met de 9 andere markten kent Nederland het hoogste percentage Onbezorgden (35%) en het laagste percentage Pragmaticus (39%). De Scepticus schommelt in alle landen tussen de 16%-27%, in Nederland is dit 26%.
Gezonde data-economie
Diana Jansen, directeur van de DDMA, zegt dat de Privacy Monitor duidelijk laat zien dat er een belangrijke taak voor het Nederlandse bedrijfsleven is weggelegd. De consument ziet dat data-uitwisseling onderdeel is van de moderne economie, maar heeft nog niet het gevoel hier zelf voldoende van te profiteren. Balans tussen de consument en bedrijfsleven is cruciaal voor een gezonde data-economie. Daar is voor organisaties nog werk aan de winkel. Wij zijn blij dat veel organisaties bezig zijn geweest met de voorbereiding op de AVG en daarmee privacy bovenaan hun agenda hebben gezet. We zijn op de goede weg.”