Terugblik 2013: Softwareverkoop op de schop

Verhuren van software klinkt voor velen als een gruwel, terwijl anderen er juist wel weer oren naar hebben. Oppervlakkig gezien zou je kunnen spreken van een winstsituatie voor de consument, want bij huren van programmatuur krijg je in principe gedurende de looptijd van je contract altijd de beschikking over de allernieuwste versie van de software. Staat tegenover dat je aangeschafte software (dus de niet-huurvariant) net zo lang kunt gebruiken als je wilt, óók als de fabrikant failliet gaat of een totaal andere weg inslaat dan waar jij op zit te wachten. Huren heeft dus voordelen, maar die lijken vooral de fabrikant ten goede te komen. Want laten we héél eerlijk zijn: hoe vaak koop je nou eigenlijk een – laten we zeggen – nieuw Office-pakket of een peperdure Creative Suite?

Veel bedrijven – groot en klein – werken met software die jaren op de nieuwste incarnaties achterloopt zonder dat dit ook maar een centje pijn geeft. Stel dat je je Officepakket in een bepaalde samenstelling voor €269 koopt (de huidige prijs van Office voor thuisgebruik en zelfstandigen 2013) en normaal gesproken zo’n vier jaar doet met dit pakket. Geen ‘vreemde’ levensduur, gezien het feit dat bijvoorbeeld Office 2007 nog massaal in gebruik is en alweer zes jaar oud is. Kost je dan € 269 / 4 = €67,25 per jaar en elk jaar langer gebruik maakt het nog goedkoper. Bovendien heb je de software geheel in eigen beheer en is de gebruikslicentie oneindig lang, handig voor als de zaken eens wat slechter gaan.

Goedkoop of duurhuur?

Kies je voor het abonnementsgebaseerde (feitelijk een huurvorm) Office 365 voor Professionals en Kleine Bedrijven, dan betaal je 150 euro per jaar. Oké, om helemaal eerlijk te zijn krijg je daar wel twee extra Office-onderdelen voor (Access en Publisher), maar de kans is vrij groot dat de gemiddelde MKB’er en ZZP’er daar weinig mee doet. Ook is alles geïntegreerd in de cloud, wat op zich allemaal heel mooi is. Maar om bijvoorbeeld echt serieus aan opmaak of meer ingewikkelde berekeningen te doen moet je toch weer terugvallen op de lokaal geïnstalleerde kopie, of gebruikmaken van een ‘gestreamde’ variant draaiend op een virtuele machine. Allemaal absoluut interessante mogelijkheden die voor een specifieke doelgroep heel interessant kunnen zijn.

Gelukkig geeft Microsoft je (nog?) de keuze, want al deze extraatjes zijn voor lang niet iedereen noodzaak. Adobe pakt het veel rigoureuzer aan: hun populaire grafische suite is alléén nog maar via een abonnement/huurmodel leverbaar. En dat heeft flink wat irritatie veroorzaakt dit jaar, maar omdat Adobe toch min of meer een monopolypositie heeft in dit marktsegment komen ze er – in ieder geval voor de succesvolle en kapitaalkrachtige bedrijven - en zelfstandigen vooralsnog mee weg. Of Microsoft zich deze werkwijze in de toekomst ook kan veroorloven is zeer de vraag, er zijn immers wel degelijk alternatieven voor Office. Even wennen, maar voor met de meeste bedrijven ruim voldoende functionaliteit.

Gratis, ook een optie

Dat laatste heeft Apple dan blijkbaar weer heel goed begrepen, want 2013 gaat ongetwijfeld ook de boeken in als het jaar van de gratis software. Zo werd de nieuwste versie van OS X gratis vergeven aan klanten, maar ook Pages, Numbers en Keynote – samen óók een Office suite – kosten tegenwoordig niets meer. Het geeft je als klant wel een interessante keuze: gaan we voor wat duurdere hardware en gratis software, of andersom? Precies dat zal een vraag zijn die zich de komende jaren nadrukkelijker gaat opwerpen.