Thin clients: 5 tips voor implementatie
1 Voorbereiding: een goed begin...
De eerste stap klinkt logisch, maar is daarom niet minder belangrijk: inventariseer je huidige IT-omgeving. Ga na hoe, waarmee en op welke manier huidige afdelingen en individuen (samen) werken met hun huidige IT-middelen. Werken mensen op een vaste plek, of juist mobiel? Met welke software en randapparatuur werken ze en wat doen ze daar precies mee? En belangrijk: passen die werkzaamheden in een thin- of zero- client setup en hoe 'zwaar' is de belasting daarvan op het backend? Voor videocommunicatie via Lync is bijvoorbeeld een zwaardere server nodig dan voor tekstverwerking. Kijk ook naar de applicaties die gebruikt worden, zijn deze überhaupt te virtualiseren? Wordt er nog (oude) software gebruikt die je niet mee kunt nemen in een virtuele omgeving? En bepaal ten slotte hoe je het centrale beheer wilt vormgeven. IGEL biedt een gratis beheertool waarmee alle thin clients binnen het netwerk eenvoudig op dezelfde manier te beheren zijn. Met deze Universal Management Suite (UMS) houd je het beheer gemakkelijk in eigen hand. Heb je daar echter geen capaciteit, tijd, zin of kennis voor, dan kun je dat ook uitbesteden aan een derde partij. IGEL werkt met gecertificeerde partners die je daarin kunnen adviseren of die taak zelfs compleet kunnen overnemen.
2 Inventariseer de verwachtingen
Niets is zo vervelend als straks blijkt dat de nieuwe IT-infrastructuur niet voldoet aan de verwachtingen van je medewerkers en je IT-afdeling. Hun support is van belang voor de acceptatiegraad en uiteindelijk dus voor het succes van de implementatie. Wees dat voor: inventariseer wat iedereen van zijn of haar systeem of systemen verwacht. Hun wensen en eisen kun je meenemen in het automatiseringsplan.
3 Kijk waar de kennis zit
Bij een implementatietraject komt een grote hoeveelheid kennis kijken. Wellicht heb je zelf alle benodigde kennis niet in eigen huis en moet je voor sommige zaken een partner in de arm nemen. Ga dus nauwgezet na waar welke kennis aanwezig is. Wat kan en weet de IT-afdeling zelf? Waarmee kan de reseller je helpen, bij wie moet je zijn voor welke vragen en wanneer moet je bij IGEL zelf aan de bel trekken? Een compleet nieuwe IT-infrastructuur is dusdanig ingrijpend dat je zeker te maken krijgt met vragen. Weet bij wie je moet zijn, van tevoren al. Zo voorkom je dat je in een moeras van onbeantwoorde vragen en onduidelijke hulplijnen terechtkomt.
4 Schets het toekomstperspectief
Het is niet alleen waardevol om de huidige staat van je bedrijf en je IT in kaart te brengen, maar ook waar je als bedrijf naartoe wilt. Een investering moet, zeker in deze tijd, natuurlijk wel renderen en daarom moet nieuwe IT zijn voorbereid op de toekomst. Je moet er zeker vier tot vijf jaar mee toe kunnen. Heb je bijvoorbeeld plannen om de komende jaren flink te groeien? Dan moet je daar nu al rekening mee houden. Maar ook: wie gaat de komende jaren het beheer van de omgeving doen?
5 Test, test, test!
Grondig testen voordat je aan de uitrol begint is enorm belangrijk. Ga bijvoorbeeld uit van een of twee key- users en laat hen alvast op de nieuwe infrastructuur werken. Welke zaken komen zij tegen? Welke beperkingen hebben ze, waar lopen ze tegenaan? Je kunt veel van te voren theoretisch uitwerken, maar je komt in de praktijk altijd dingen tegen die je van tevoren niet hebt kunnen inventariseren. Neem daarom de tijd voor je testperiode, een tot drie maanden is helemaal niet gek. Bovendien kun je tijdens de testperiode nog zaken bijsturen en eerder gemaakte keuzes wijzigen. Als eenmaal alles 'ligt' wordt dat erg lastig. Vervolgens kun je alles gefaseerd uitrollen.