De verduurzaming van een data-hongerige wereld
Energiebesparende mogelijkheden moeten zorgen dat we aan het eind van de rit minder apparatuur en elektriciteit nodig hebben om een grotere datahonger te stillen. Tot nu toe zitten deze energiebesparingen vooral in technologie, bijvoorbeeld efficiëntie van de processor of dichtheid van externe opslag. Maar het Amerikaanse Uptime Instituut, het kennisplatform voor de datacenters, waarschuwt: initiatieven voor datacenter-efficiëntie komen tot stilstand en leveren slechts marginale verbeteringen op. En die roep is niet zo gek.
Efficiëntere datacentra
Datacenter-efficiëntie meet je namelijk vaak aan de hand van de Power Usage Effectiveness (PUE). De PUE geeft verbruikte energie weer die niet wordt omgezet in computercapaciteit. Bij een optimale PUE van 1,0 wordt alle stroom die een datacenter binnengaat daadwerkelijk gebruikt voor IT-apparatuur in plaats van voor randzaken. De PUE is wel degelijk een puzzelstuk voor datacenter-efficiëntie, maar dat maakt het nog geen heilige graal. Het verhogen van het servergebruik levert meer besparingen op dan het verlagen van de PUE. Feit is namelijk dat volgens McKinsey 30 procent van de servers in datacenters 'functioneel dood' zijn. Het gaat om het optimaliseren van de serverlevenscyclus, serververnieuwing en ook het verhogen van servergebruik. Maar dat vraagt om extra veel IT-beheer en inzicht in datacenterwerking, terwijl organisaties zich meer bezighouden met performance, uptime en innovatie. De energierekening geniet nu eenmaal niet altijd de meeste aandacht. De IT-wereld toont een sterke hang naar op consumptie gebaseerde IT-modellen, bij HPE noemen we dit HPE GreenLake. Je koopt geen server meer, je neemt hem af als dienst en daarbij ook alleen wat je daadwerkelijk verbruikt. IT-as-a-Service. En dat is niet alleen voordeliger: minder apparatuur – daarmee minder benodigde energie en koeling – betekent ook een aanzienlijke milieu-impact.
Coalities en de toekomst
De ware kracht zit in samenwerking: het smeden van coalities in de keten om datacenter-efficiëntie naar een hoger niveau te tillen. In Nederland behoren we bijvoorbeeld tot het Lower Energy Acceleration Program (LEAP) voor de datacenter-industrie in de regio Amsterdam. Optimale benutting van IT-tools en datacenters door energiebeheersystemen dient de komende drie jaar te zorgen voor 40 procent minder energieverbruik. Resultaten van de pilots geven inzicht in de relatie tussen energieverbruik en inactieve servers. Een enorme stap voorwaarts richting duurzamere datacenters. In Zwitserland werken we samen met de overheid en academische wereld aan een nieuw datacenterefficiëntielabel om zo de CO2- voetdruk van datacenters te verkleinen. Het label combineert de toetsing van datacenter- en IT-infrastructuur met duurzaamheidscriteria. Zo kijken we naast effectief IT-gebruik ook naar mogelijkheden om energie-output uit datacenters te hergebruiken voor het verwarmen van andere gebouwen. Het gaat nog een stap verder dan wat er in het datacenter zelf afspeelt, en dat allemaal om die wereldwijde datahonger duurzaam te stillen.